Geschiedenis van het Sranantongo

Het Sranantongo is een bijna vier eeuwen oude taal, die ontstaan is als contacttaal tussen de uit verschillende delen van Afrika afkomstige totslaafgemaakten en de Europese overheersers.

Het was de totslaafgemaakten niet toegestaan Nederlands te leren. De voertaal was het Sranan of het Negerengels, zoals de taal toen genoemd werd.

Inspecteur van Onderwijs H. Benjamins voerde in 1891 het Nederlands als schooltaal in, omdat hij vond dat het Neger-Engels -waar tot dan het onderwijs in werd gegeven- het goed aanleren van het Nederlands in de weg stond. Uit die tijd stammen de zo bekende strafregels: “Ik mag geen Negerengels spreken op school”. Ook buiten de scholen werd de taal geweerd.

Dit heeft gelukkig het Sranantongo niet doen verdwijnen, maar is het tot de dag van vandaag de lingua franca, de gemeenschappelijke taal, gebruikt door de verschillende groeperingen in multi-etnisch Suriname.

Papa Koenders, bekend van het Sranantongo maandblad Foetoe-boi dat tussen 1946 en 1956 werd uitgegeven, heeft de strijd voor het behoud van de taal gevoerd, maar ook organisaties als Wie Eegie Sanie. Naast Papa Koenders hebben schrijvers en dichters als Trefossa, Eddie Bruma, Michaël Slory, Johanna Schouten-Elsenhout, Dobru en anderen bewezen dat de taal een volwaardige taal is.

Het Sranantongo wint nu weer aan kracht onder Surinamers in en buiten Suriname. Niet in het minst vanwege de toename van het gebruik van Sranantongo op sociale media en andere fora. Ook spreken meer jongeren de taal. Door deze ontwikkelingen verschijnen er ook meer boeken in het Sranantongo.

In 1960 en daarna in 1986 is de spelling van het Sranantongo bij staatsbesluit in een resolutie vastgelegd.

papa koenders

Papa Koenders